Toezichthouders willen bedrijfsketens in huisartsenzorg beter kunnen controleren
Grote bedrijven kunnen de huisartsenzorg op peil houden door praktijken over te nemen. Maar er zijn ook zorgen over hoe groot die ketens kunnen worden en de invloed daarvan op de zorg. Toezichthouders willen dit beter in de gaten kunnen houden.
Dat is de conclusie uit het maandag gepubliceerde rapport De opkomst van bedrijfsketens in de huisartsenzorg.
De druk op de huisartsenzorg is groot. Er is weinig personeel en tegelijkertijd vragen mensen steeds meer zorg, onder meer door de vergrijzing.
Sinds een paar jaar springen grote bedrijven daarop in door bijvoorbeeld praktijken op te kopen van huisartsen die met pensioen willen, maar geen opvolger kunnen vinden. Dat kan fijn zijn voor dokters én patiënten, omdat grote bedrijven onder meer administratieve taken bij huisartsen weg kunnen nemen. Daardoor blijft op papier meer tijd over voor patiënten.
Maar in de praktijk zijn er ook problemen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) kregen bijvoorbeeld signalen van praktijken die slecht bereikbaar waren of praktijken die vooral digitale zorg leverden. De toezichthouders schrijven niet over welke bedrijven het gaat.
Daarbij komt dat de NZa en IGJ zich zorgen maken over hoe groot deze ketens kunnen worden. Stel dat zo’n bedrijf in financiële problemen komt, dan kan dat zo maar gevolgen hebben voor de huisartsenzorg in een hele regio.
NZa wil overnames beter kunnen toetsen
Een overname van een huisartsenpraktijk moet, als deze groot genoeg is, worden goedgekeurd door de NZa. Die heeft een lijst met punten waaraan de overname moet voldoen. Is deze goed voorbereid, wat zijn de financiële gevolgen en zijn de plannen goed afgestemd met medewerkers en patiënten?
Zo’n check gaat vooral over procedurele zaken, zegt de NZa. Er zijn weinig mogelijkheden om een overname op inhoudelijke gronden tegen te houden, bijvoorbeeld omdat een bedrijf al veel andere praktijken in de regio heeft overgenomen.
Dat bleek ook vorige maand bij de overname van een huisartsenpraktijk in Amsterdam door een van die ketens, Co-Med. Die organisatie heeft inmiddels dertien praktijken in verschillende steden en werd al eens op de vingers getikt door de inspectie omdat de praktijken slecht bereikbaar zouden zijn. De NZa keurde de overname goed, maar zei destijds wel “op basis van de toets geen conclusies te kunnen trekken over de effecten van deze overname op de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg”.
‘Lopen tegen grenzen van toezicht aan’
De IGJ en NZa willen naast een uitgebreidere check op overnames ook beter toezicht kunnen houden op de bedrijfsvoering van deze grotere ketens en de zorg die ze leveren. “In de praktijk lopen we tegen de grenzen van toezicht aan”, schrijven ze in het rapport.
Neem digitale zorg. Er zijn nu niet echt normen waaraan deze zorg moet voldoen en wanneer deze mag worden ingezet. Ook wijzen de toezichthouders erop dat betere normen nodig zijn om te bepalen hoeveel personeel er in een bepaalde regio nodig is om de zorg goed te houden.
De IGJ en NZa zeggen te zien dat er veel gebeurt om de huisartsenzorg te vernieuwen, maar zeggen dat “dit niet ten koste mag gaan van de toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg aan patiënten”.
Pia Dijkstra, demissionair minister voor Medische Zorg, laat in een reactie op het rapport weten dat ze de komende periode in gesprek gaat over de aanbevelingen uit dit rapport.
Bron: nu.nl