Bijtellingskorting voor elektrische auto van de zaak verlengen

De Tweede Kamer heeft op 27 november 2025 het Belastingplan 2026 aangenomen. Een aangenomen amendement betreft de bijtellingskorting verlengen voor elektrische auto’s van de zaak.
Een gewijzigd amendement is aangenomen ten aanzien van het verlengen van de bijtellingskorting voor elektrische auto’s van de zaak.
Geleidelijke overgang
In het amendement staat het volgende:
Dit amendement voorkomt dat elektrische auto’s (EV’s) in één klap zwaarder worden belast in 2026 in de bijtelling dan benzineauto’s. Vooral kleinere EV’s hebben namelijk nog een hogere aanschafprijs dan hun fossiele evenknie. De huidige bijtelling voor EV’s is 17% voor de eerste €30.000 aan cataloguswaarde en daarboven 22%. In het Belastingplan 2026 dreigt dat over de hele linie in één keer 22% te worden.
Indieners stellen voor dit meer geleidelijk te doen: 18% in 2026 voor de eerste €30.000 euro, 20% in 2027 en pas vanaf 2028 22%. Als een EV in 2026 wordt aangeschaft, geldt de voorgestelde bijtelling van 18% gedurende 60 maanden; dat is kortom gelijk aan de huidige gang van zaken. Het amendement vult daarmee ook het flankerende beleid in dat nu ontbreekt bij de door het kabinet voorgestelde pseudo-eindheffing, aldus de indieners.
Youngtimerregeling
Dekking wordt gevonden in een geleidelijke versobering van de youngtimerregeling. Indieners stellen voor de minimumleeftijd voor youngtimers per 2026 met één jaar te verhogen van 15 naar 16 jaar en vanaf 2027 met nog eens negen jaar naar 25 jaar. Deze geleidelijke versobering biedt eigenaren van youngtimers het komende jaar de ruimte om hierop desgewenst te anticiperen. Beide maatregelen – de lagere bijtelling voor EV’s en de versobering van de youngtimerregeling – dragen volgens de indieners van het amendement bij aan de gewenste vergroening van het wagenpark in Nederland.
Let op: dit amendement vereist om wetstechnische redenen ook een gekoppeld amendement op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2026. Deze twee amendementen moeten in samenhang worden bezien.
Technische toelichting
De bijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs. De korting bedraagt op grond van dit amendement 4%-punt in 2026, waardoor de bijtelling per saldo 18% van de catalogusprijs is voor auto’s zonder CO2-uitstoot. De korting bedraagt op basis van dit amendement 2%-punt in 2027 (bijtelling van per saldo 20%) en wordt afgeschaft per 1 januari 2028. De korting op de bijtelling wordt gemaximeerd op € 1.200 in 2026, zodat de maximale korting wordt bereikt bij een autowaarde van € 30.000.
In 2027 bedraagt de korting op de bijtelling maximaal € 600, de maximale korting wordt bereikt bij een autowaarde van € 30.0001.
Als in 2026 of 2027 sprake is van een eerste toelating van een auto zonder CO2-uitstoot en recht ontstaat op de korting op de bijtelling, geldt deze korting voor een periode van 60 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van eerste toelating.
- Er geldt geen maximering voor auto’s die worden aangedreven door een motor die kan worden gevoed met waterstof en voor auto’s die zijn voorzien van geïntegreerde zonnepanelen waarbij de voor de aandrijving benodigde energie wordt opgeslagen in een accupakket dat geen lood bevat en het vermogen van de zonnepanelen in wattpiek gedeeld door het verbruik in wattuur per kilometer ten minste 7 is.
Ter dekking wordt de leeftijdsgrens van de youngtimerregeling aangepast. De youngtimerregeling verwijst naar de manier waarop het privévoordeel wordt vastgesteld van een auto die meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen: 35% van de waarde in het economische verkeer.
Dit amendement regelt dat de leeftijdsgrens per 2026 wordt verhoogd van 15 jaar naar 16 jaar. Voor auto’s die onder deze leeftijdsgrens zitten, wordt de bijtelling in 2026 vastgesteld op 22% van de catalogusprijs, voor zover van toepassing verminderd met de hiervoor genoemde kortingspercentages. Vanaf 2027 wordt deze leeftijdsgrens wederom verhoogd van 16 jaar naar 25 jaar.

22% of 25%?
De vraag die onder meer op LinkedIn circuleert is of de bijtelling van de youngtimer niet 25% is in plaats van 22%. Dit zien we onder meer terug in een pdf van het Forum Salaris. Daar staat in dat auto’s voor 1 januari 2012 onder het 25%-regime vallen.
In artikel 36c Wet LB 1964 lezen we het volgende: bij datum 1e toelating (zie hiervoor het kenteken bij RDW) vóór 1 januari 2017 geldt het algemene tarief van 25%.
In artikel 36c Wet LB 1964 staat het volgende:
“In afwijking van artikel 13bis, eerste lid, eerste volzin, aanhef en onderdeel a, wordt voor een auto met een datum van eerste toelating van uiterlijk 31 december 2016 als voordeel als bedoeld in artikel 13bis, eerste lid, eerste volzin, onderdeel a, op kalenderjaarbasis ten minste 25% van de waarde van de auto in aanmerking genomen.”
In artikel 13bis Wet LB 1964 is het volgende te lezen:
“Indien ook voor privédoeleinden een auto ter beschikking is gesteld, wordt het voordeel op kalenderjaarbasis gesteld op ten minste:
- 22%van de waarde van de auto indien de auto niet meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen;
- 35% van de waarde van de auto indien de auto meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen.
De auto wordt in ieder geval geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld tenzij blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt.”
Wijzigingen t.a.v. afschaffen korting niet doorvoeren
Voornoemd amendement hangt samen met een aangenomen amendement in het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2026. Dat amendement betreft het niet doorvoeren van technische wijzigingen die zien op het afschaffen van de korting van de bijtelling.
In het wetsvoorstel worden enkele technische wijzigingen voorgesteld die samenhangen met de omstandigheid dat de korting op de bijtelling per 2026 helemaal zou worden afgeschaft (overgangstermijnen uitgezonderd). Als echter de looptijd van de korting op de bijtelling wordt verlengd, is het ook nodig dat een aantal van de in dit wetsvoorstel opgenomen technische wijzigingen niet worden doorgevoerd. Dat wordt geregeld via dit amendement.
De wijzigingen die samenhangen met het einde van de looptijd van de korting op de bijtelling per 1 januari 2028 zijn niet in dit amendement opgenomen, omdat deze nog in een volgend wetsvoorstel kunnen worden opgenomen en het relatief veel wijzigingen zijn.
Let op: de Eerste Kamer moet hier nog wel mee instemmen.
Bron: Salaris Vanmorgen