Hoe de Belastingdienst zzp-casus na zzp-casus afwijst

In de praktijk blijkt dat de Belastingdienst vrijwel nooit zzp-constructies in de zorg accepteert. Door de discussie rond de aanpak schijnzelfstandigheid moet de Belastingdienst steeds meer kleur bekennen in waarom zij zzp niet vindt kunnen. In dit artikel gaan we in op hoe de Belastingdienst zzp-casus na zzp-casus afwijst.
Tientallen zzp zorg voorbeelden zijn afgewezen
Wanneer kan zzp in de zorg dan wel? Het antwoord op die vraag blijft onduidelijk, nu de Belastingdienst tientallen casuïstieken heeft afgekeurd. Brancheorganisatie SoloPartners heeft inmiddels 12 voorbeelden gepubliceerd, waarvan geen enkel voorbeeld met een heldere goedkeuring terugkwam. De zzp belangenbehartiger reageert verbolgen en noemt de aanpak van zorg zzp’ers inmiddels ‘schandalig’. Daarnaast zijn er ook inhoudelijke experts zoals arbeidsrecht advocaten, die op het scherpst van de snede casuïstieken insturen – om ze vervolgens afgewezen weer terug te ontvangen. Doordat de Belastingdienst de afwijzingen inhoudelijk moet onderbouwen, wordt duidelijk hoe de Belastingdienst de casuïstieken afwijst.
Hoe de Belastingdienst casuïstieken afwijst
We hebben op basis van ingestuurde casuïstieken gekeken naar de beargumentatie die de Belastingdienst keer op keer gebruikt. De Belastingdienst komt vrijwel altijd op één van twee conclusies. Of ze is van mening dat een dienstverband voor de hand ligt, of ze is van mening dat er te weinig informatie is voor een beoordeling. Daardoor vermijdt de Belastingdienst in elk geval een positief oordeel over een zzp constructie. Ook valt op dat de Belastingdienst selectief de 9 criteria van Deliveroo gebruikt. De eerste drie criteria gaan over ‘gezag en instructiebevoegdheid’, ‘inbedding’ en ‘vrije vervanging’ en worden groot gemaakt door de Belastingdienst. Andere criteria die in gaan op het ondernemerschap, zoals commerciële risico’s, eigen acquisitie, reputatie, gebruik van eigen materialen en vrijheid tot vervanging, worden verkleind. Daarmee wordt de uitspraak van de Hoge Raad genegeerd, die onderstreepte dat zelfstandig ondernemerschap net zo zwaar mee moet tellen als inbedding. Samengevat voert de Belastingdienst geen holistische toets uit, terwijl dit wel zou moeten. Dit alles past bij ons beeld dat de Belastingdienst zich van niemand iets aan trekt.
Wat zijn de drie meest gebruikte argumenten om zzp-casus na zzp-casus af te wijzen?
- Zorgorganisatie is eindverantwoordelijk, dús gezag
Het voornaamste punt van de Belastingdienst is dat de zorgorganisatie eindverantwoordelijk is voor de zorgverlening en er dús sprake moet zijn van gezag. Dat de zorgaanbieder gehouden is aan een zorgplan, protocollen en eindverantwoordelijk is voor de geleverde zorg, maakt de conclusie gezag en dus dienstverband.
Hoe houdbaar is dit argument?
Niet. Toen de kwaliteitswet Wkkgz werd besproken door de ministeries, werd de splitsing tussen eind-verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheid voor zzp’ers al besproken. De Wkkgz maakt zzp’ers in de zorg sinds 2016 zelf verantwoordelijk voor kwaliteit.
“Hoewel de Wkkgz niet primair bedoeld is om de zzp-problematiek … aan te pakken, biedt ze daarvoor wel een oplossing. In tegenstelling tot de (oude, red.) Kwaliteitswet zorginstellingen is de Wkkgz namelijk ook van toepassing op solistisch werkende zorgverleners (waaronder zzp’ers). De Wkkgz introduceert een eigenstandige wettelijke basis, op basis waarvan de zzp’er verantwoordelijk is voor zijn of haar zorgverlening. Volgens de wet zijn de solistisch werkende zorgverleners zelf ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verleende zorg. Dat blijft ook gelden als de solistische werkende zorgverlener in opdracht van een zorginstelling zorg verleent. De zorginstelling blijft eindverantwoordelijk voor de dienst die geleverd wordt. Dit is regulier contractenrecht dat net als voor iedere andere sector, ook geldt voor de zorg. Met de inwerkingtreding van de Wkkgz wordt de … belemmering van de Kwaliteitswet zorginstellingen voor het fiscaal ondernemerschap opgeheven. De Wkkgz is in ieder geval geen belemmering om als zzp’ers in opdracht van een zorginstelling werkzaam te zijn.” – Kamerbrief uit 2015.
In de tientallen casuistieken van de Belastingdienst wordt de Wkkgz niet benoemd.
- Werkzaamheden zijn ingebed, dús dienstverband
Ondanks dat we werken met de wet DBA, is de Belastingdienst alvast vanuit de VBAR gedachte aan het beoordelen. Ook bij het 3e concept VBAR staat inbedding centraal en bij de beoordeling van de casuïstieken komt het argument van ingebed, zij aan zij werk steeds terug. Bijzonder, want de VBAR is helemaal niet aangenomen.
Hoe houdbaar is dit argument?
Niet. Binnen de wet DBA moet op een holistische manier gekeken worden naar de zzp’er en de 9 criteria van Deliveroo tellen allemaal evenveel mee. Daar maakt het zelfstandig ondernemerschap onderdeel vanuit. Het was de Hoge Raad die nógmaals uitlegde dat je niet over sommige criteria heen kunt stappen. Je kunt dus níet stellen dat inbedding leidt tot dienstverband. Dat was in februari. We zijn nu zes maanden verder en de Belastingdienst negeert deze uitspraak nog steeds.
- Onvoldoende ondernemerschap in de zorg
De Belastingdienst zet bij haar beoordeling een beeld neer waarbij er grote twijfel is of er wel sprake is van ondernemerschap in de zorg. Zelfs als zorgverleners meerdere opdrachtgevers hebben en zelf hun inzet bepalen, ziet de Belastingdienst dat als onvoldoende ondernemend. De grote afwezige in de beargumentatie van de Belastingdienst is ook hier de kwaliteitswet Wkkgz.
Hoe houdbaar is dit argument?
Dat moet nog blijken. De kwaliteitswet Wkkgz vormt hét onderscheid tussen zelfstandigen en werknemers en is van betekenis voor het zorgondernemerschap. Maar er is nog geen rechterlijk oordeel over zzp’ers in de zorg ná de invoering van de wet DBA en Wkkgz in 2016. De verwachting is dat de flinke set aan eisen die geldt voor zzp’ers in de zorg, nu juist het onderscheid biedt met vaste werknemers. Dit was ook het hele vertrekpunt van het Fiscaal Kader ZZP Zorg, waar de Belastingdienst twee jaar geleden nog wel aan meewerkte. Die geschiedenis bestaat volgens de Belastingdienst niet meer, maar volgens zorgorganisaties zelf nog wel. Zij kwamen met het Fiscaal Kompas ZZP Zorg; een document waar de Wkkgz het ondernemerschap in de zorg onderstreept.
Als overleg niets oplevert, wat dan wel?
Maand na maand verstrijkt en angst en onzekerheid regeren. Als je vervolgens inhoudelijk kijkt naar waarom zzp in de zorg volgens de Belastingdienst niet meer zou kunnen, dan blijken de argumenten een opportunistische selectie, eenzijdig van aard en voorspelbaar negatief. Zzp in de zorg kan door, maar door de houding van de Belastingdienst zijn organisaties op een effectieve manier bang gemaakt. Dat was al langer bekend. Nu letterlijk valt terug te lezen dat de route van overleg en casuïstiek niet oprecht verloopt, is de vraag hoe nu verder. De huisartsen probeerden het via overleg en zochten de nuance. Om het vervolgens te moeten forceren via de Tweede Kamer. Zzp belangenbehartigers stuurden casuïstiek in, maar ook dit bracht geen oplossing. Ruim zes maanden na de start van 2025 komt definitief aan het licht dat de Belastingdienst op geen enkele manier mee wil bewegen. Hoeveel vertrouwen moet je nog stellen in de dialoog met een Belastingdienst, als deze zich structureel niets aantrekt van wetgeving, de praktijk en redelijkheid? Misschien is het tijd voor andere vormen van verzet.
Bron: ZZP’er in de zorg