Schijnzelfstandigheid bij zzp’ers

Nieuwe wetgeving
Het kabinet introduceerde begin juli 2025 een wetsvoorstel om de criteria te verduidelijken wanneer iemand werknemer is of zelfstandig mag werken. Dit voorstel voorziet bovendien in betere bescherming voor laagbetaalde zzp’ers, met name als ze minder dan € 36 per uur verdienen — dan schuift de bewijslast bij de werkgever en ontstaat een rechtsvermoeden van werknemerschap. Daarnaast blijft ondernemerschap (zoals het werven van klanten, eigen risico dragen en btw-afdracht) een volwaardig criterium naast gezag en werkorganisatie.
Rechterlijke uitspraken
Recentelijke jurisprudentie versterkt de aansprakelijkheid van opdrachtgevers. In bijna de helft van de recente zaken besliste de rechter dat (schijn)zzp’ers feitelijk werknemers zijn en recht hebben op cao-loon, vakantiedagen, pensioen en reiskostenvergoeding — met terugwerkende kracht. Zo oordeelde de rechtbank Amsterdam in een specifieke casus dat een voormalig orkestlid, hoewel formeel zzp’er, als werknemer moest worden beschouwd en een vast contract moest krijgen.
Handhaving door de Belastingdienst
Sinds 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst scherp op schijnzelfstandigheid. Deze hervatting van controle komt na een langdurig moratorium en betekent dat opdrachtgevers vanaf nu te maken krijgen met naheffingen en, afhankelijk van de situatie, eventueel boetes. Toch geldt voor 2025 een overgangsfase: opdrachtgevers die aantoonbaar actief zijn in het voorkomen van miskwalificaties, ontvangen eerst een waarschuwing in plaats van directe boetes — onderdeel van een ‘zachte landing’. Vanaf 2026 wordt de handhaving strenger, met terugwerkende kracht tot maximaal vijf jaar en boetes bij aantoonbaar nalatig handelen.
Impact op de markt
De bouwsector ondervindt directe gevolgen: door de beëindiging van het handhavingsmoratorium verwacht meer dan 60% van de bedrijven minder zzp’ers in te huren in 2025. Dit vergroot bestaande personeelstekorten en zet organisaties ertoe aan hun inhuurconstructies te herzien. Tegelijkertijd groeit het bewustzijn onder bedrijven: velen realiseren zich nu dat langdurige opdrachten, gebrek aan vrijheid en inbedding in de organisatie duidelijke signalen zijn van schijnzelfstandigheid.
Vooruitzichten
Met de implementatie van de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (VBAR), die naar verwachting per 1 januari 2026 ingaat, zal de situatie verder aanscherpen. De nieuwe wet introduceert onder andere een rechtsvermoeden bij lage uurlonen (€ 36 of minder) en legt voortaan meer bewijslast bij de werkgever. Specialisten adviseren nu al om modelovereenkomsten te laten toetsen, arbeidsrelaties te evalueren en intern duidelijke dossiers op te bouwen als bescherming tegen toekomstige handhaving.
Conclusie
2025 markeert een omslagjaar in het Nederlandse zzp-beleid: de Belastingdienst hervat actieve handhaving, nieuwe wetgeving wordt voorbereid om geringe zelfstandigheid strenger te beoordelen, en rechterlijke uitspraken benadrukken de noodzaak van juridische compliance.