Terugvragen box 3-belasting wordt ‘fiscaal huzarenstukje’

Aan de hand van het werkelijk rendement te veel betaalde belasting in box 3 terugvragen wordt ook voor fiscalisten een hele klus, zeggen SRA-bestuursleden Edwin de Witte en Sebastian van Wijk in het FD.
In het kader van de grootscheepse hersteloperatie na de arresten van de Hoge Raad is de fiscus deze zomer van start gegaan met het formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’. Daarmee kunnen vermogenden aangeven wat hun rendement was en hoeveel dat afwijkt van het door de Belastingdienst toegepaste rendement voor het bepalen van de aanslag. Ruim 3 miljoen belastingbetalers zijn uitgenodigd hun werkelijk rendement op te geven; ongeveer 10% heeft tot nu toe gereageerd.
Verdergaande kennis nodig
Dat heeft al veel vragen opgeleverd van belastingplichtigen. Ook fiscaal adviseurs zien in de praktijk problemen ontstaan omdat vereiste gegevens ontbreken en de redenering van de fiscus moeilijk te volgen is. De Q&A-lijst op de website van de Belastingdienst is ellenlang en verdeeld in negen hoofdstukken. “Er wordt een enorm beroep gedaan op het doenvermogen van belastingbetalers”, zegt belastingadviseur en SRA-bestuurslid Edwin de Witte. Zijn collega Sebastian van Wijk stelt dat fiscaal adviseurs voor dit herstel veel verdergaande kennis nodig dan voor het doen van een aangifte.
Banken kunnen data niet leveren
Zo moeten banken veel meer data aanleveren om vast te kunnen stellen wat het werkelijke rendement is geweest en die data is niet altijd beschikbaar. “De feiten moeten bovendien een fiscale duiding krijgen. Dat is voor particulieren bijna niet te doen”, aldus Van Wijk. Een opgave is bijvoorbeeld om het brutorendement, zonder aftrek van beleggingskosten, te achterhalen. Bankafschriften en jaaroverzichten melden vaak de netto-opbrengsten.
De Belastingdienst geeft aan de signalen niet te herkennen, maar banken lijken niet aan de behoeften van de box 3-aangevers te kunnen voldoen. Bovendien is het door de ficus bepaalde fictieve rendement vaak niet terug te voeren op de beschikbare gegevens, zegt Van Wijk. “De fictieve rendementen kloppen waarschijnlijk wel. Maar als we niet weten waar ze vandaan komen, vertrouwen belastingbetalers die niet.”
Fiscale partners
Beleidsadviseur Peter Goossens van het Register Belastingadviseurs geeft aan dat fiscale partners het forfaitair rendement moeten splitsen. “Uiteindelijk klopt dat rendement wel. Maar de Belastingdienst gebruikt hiervoor een ingewikkelde berekening.” Daarnaast kunnen partners bij de opgaaf werkelijk rendement het belastbaar vermogen niet naar eigen inzicht verdelen. Voor herverdeling moet een nieuwe aangifte worden gedaan of een schriftelijk verzoek worden ingediend.
Bron: FD